Deelnemers aan deze jaarlijkse ministeriële bijeenkomst zijn: België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Zweden en de Europese Commissie. Het Verenigd Koninkrijk was aanwezig als gast. In het afgelopen jaar was Nederland, samen met de Europese Commissie, voorzitter van de North Seas Energy Cooperation (NSEC).
Acties
Als covoorzitter was Nederland erop gebrand nationale ambities te vertalen naar Europese acties. De afspraken die zijn vastgelegd in de Actie Agenda brengen het European Wind Power Package (onlangs gepresenteerd door de Europese Commissie) naar de volgende fase. Tijdens de conferentie in Den Haag overhandigde minister Jetten de Actieagenda aan de nieuwe NSEC-voorzitter Denemarken.
Als onderdeel van deze ambitie lanceren de NSEC landen een gezamenlijke tenderplanning. De tenderplanning vertaalt de brede ambities van de NSEC-landen naar concrete vooruitgang, met elk jaar ongeveer 15 GW aan veilingen en tegen 2030 bijna 100 GW aan toekenningen. Dit zal de voorspelbaarheid in de windenergiesector vergroten en zorgen voor betere samenwerking. Het faciliteert bijvoorbeeld betere samenwerking en coördinatie op het gebied van kabels, leidingen, haveninfrastructuur en toegang tot grondstoffen. Dit helpt de Europese windenergiesector met hun middellange- en lange termijn (financiële) planning. Ook gaan de landen de infrastructuurplanning op zee beter coördineren. In januari 2024 zal het European Network of Transmission System Operators for Electricity (ENTSO-E) een gezamenlijk plan publiceren voor infrastructuur in de Noordzee, met input van NSEC-landen. Dit is een belangrijke stap op weg naar een Europees geïntegreerd energiesysteem in 2050. Dit plan houdt rekening met de noodzaak van een eerlijke balans met andere sectoren en gebruikers in de Noordzee, zoals de visserij- en transportindustrie.
Eurocommissaris voor Energie Kadri Simon: “De energiemix van Europa wordt schoner en groener, en offshore hernieuwbare energie zal een onmisbaar onderdeel zijn van de toekomstige energiemix. De Noordzee loopt voorop in hun ontplooiing en heeft het potentieel om Europa’s ‘Groene Energiecentrale’ te worden. Onze discussies van vandaag toonden de gezamenlijke vastberadenheid en inzet om door te gaan met het werk om onze offshore-ambities waar te maken en het werk voort te zetten om de concurrentiepositie van deze vitale sector te versterken. Ik wil Nederland bedanken voor het organiseren van de vergadering van dit jaar in Den Haag en voor het indrukwekkende werk dat is verricht onder het NSEC-covoorzitterschap.”
Minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten: “In de afgelopen jaren hebben de Noordzeelanden ambitieuze plannen gedeeld voor de duurzame ontwikkeling van offshore windenergie. Nu is het tijd om deze ambities in actie om te zetten. We delen allemaal de verantwoordelijkheid om de energieplannen voor de Noordzee op een verantwoorde manier te ontwikkelen, in afstemming met andere Noordzeegebruikers en met minimalisering van ecologische impact. Nauwe samenwerking is de enige manier om onze energieambities succesvol te bereiken. Vandaag beginnen we met de gezamenlijke acties om de sector naar de volgende fase te brengen.”
Uitdagingen
De ontwikkeling van windenergie op zee moet in evenwicht plaatsvinden met andere Noordzeegebruikers en moet negatieve ecologische impact minimaliseren. Bovendien heeft de sector te maken met uitdagingen zoals hoge inflatie en stijgende grondstofprijzen, beperkte beschikbaarheid van arbeidskrachten en complexe vergunningverlening. Voor een gezonde windsector en een energieonafhankelijk Europa is onderlinge samenwerking tussen de lidstaten en de industrie vereist.
Dit laat ook een nieuwe studie uitgevoerd door Royal HaskoningDHV (in opdracht van NSEC) zien, die de cruciale rol van havens benadrukt in de ontwikkeling, het onderhoud en de systeemintegratie van offshore windenergie. De studie wijst erop dat zonder aanvullende gezamenlijke actie, de huidige en geplande capaciteit van havens rond de Noordzee onvoldoende is om de doelstellingen van 2030 te bereiken. Het toont de knelpunten voor havenontwikkeling en doet verschillende concrete aanbevelingen. Eén van deze aanbevelingen is het werken aan een gezamenlijke Europese tenderplanning, zoals voorzien onder het Europese Windenergie Actieplan.