Fietsverlichting is verplicht, omdat je zonder fietsverlichting niet te zien bent in het donker voor het andere verkeer. Met fietsverlichting heb je ook zelf beter zicht op de weg. Het zorgt dus (voor iedereen) voor een veiligere verkeerssituatie. Ook voor gemotoriseerde voertuigen, zoals een brom-/snorfiets, is het hebben van goed werkende verlichting verplicht. Gebruik je losse lampjes dan mag je ze niet op knipperen zetten. Andere weggebruikers kunnen je snelheid en afstand niet goed inschatten.
Wat zijn de regels voor fietsverlichting?
Fietsverlichting is verplicht. Als je in het donker rijdt, bij schemer of slecht zicht moet je je voor- en achterlicht aan hebben staan.
Losse fietslampjes
Je mag fietsverlichting gebruiken die aan je fiets vastzit, maar je mag ook losse fietslampjes gebruiken. Losse lampjes mag je bevestigen op je fiets of op je bovenlichaam, bijvoorbeeld aan je kleding of op je tas. Dus niet op je hoofd, armen of benen. Zit er iemand achterop, dan mag die het achterlicht op zijn rug dragen. Je mag losse lampjes niet op knipperen zetten. Je snelheid en afstand is dan moeilijker in te schatten. Dit geldt niet voor snorfietsen. Zij mogen geen losse fietsverlichting hebben.
Andere regels voor fietsverlichting:
- De kleur van het voorlicht op je fiets of bovenlichaam moet wit of geel licht zijn;
- De kleur van het achterlicht op je fiets of op je rug moet rood zijn;
- De lampjes moeten recht vooruit en recht achteruit schijnen;
- De lampjes moeten goed zichtbaar zijn;
- De lampjes mogen niet knipperen;
- Losse lampjes mogen niet teveel bewegen;
- Losse lampjes mogen niet bedekt zijn.
- Bron: Politie